- 13 november 2024
’t Is herfst!
’t Is herfst!
Spinnenkoppen kruipen ongemerkt door de klas terwijl kinderen van het tweede leerjaar hun webben nabouwen. Jaja, ze hebben jullie webben wel ontdekt… Voor de éne wordt het nu een trilweb, voor de andere iets kunstigers met kleur en spijkers. Bij nog een ander wil het knopen nog niet goed lukken. Hoe krijgt zo’n spin dàt in godsnaam voor mekaar?
De derdejaars zijn hier al wat vaardiger in. Die ontwerpen hun eigen muts en heien eerst gestaag spijkers in een plankje om er vervolgens de schattigste en wolligste hoofddeksels rond te breien. Een gezichtje erbij maakt het plaatje compleet.
Die van het vierde moet je dan weer niet te vlug wijs maken dat die wollen muts écht van wol is. Misschien eerder acryl? Of viscose? Ze maakten elk een uiltje. Die hebben van die typische, grote ogen. Het kerkuiltje in de klas stond netjes model.
De leerlingen van het vijfde weten waarom polyester zo geschikt is voor de regenjas die ze meer en meer dragen. Spijtig genoeg komt al die ‘plastic’ kledij zo vaak op een verkeerde plaats terecht: een woestijn in Chili of een strand in Ghana. Voor hun afvalthema maakten ze een blikpers. Dat is een vernuftig apparaat dat alvast afvalverkleinend werkt.
Voor de zesdejaars hebben de bomen op school minder geheimen dan vroeger. En er staan er heel wat! En allemaal hebben ze wel iets dat de mens kan gebruiken. Van die hele grote in het midden van de school kan je lindebloesemthee trekken. Een witte stam is een berk en die levert dus berkensap en de PX van het kampvuur is vast van een spar gemaakt. En in de middeleeuwen wisten ze al dat je van okkernotenschillen inkt kon maken. Leuk om mee te schrijven! Ondertussen draagt de meester – die volgens het spellingboek van het vijfde ‘grijsaard’ genoemd kan worden – klompen. Klompen van de knotwilg…